Herman (Hermanus) Berserik
Den Haag 1921-2002.
Herman Berserik volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag. Herman (Hermanus) Berserik heeft vele jaren van zijn leven in Rijswijk gewoond. Maar ondanks dat maakte Berserik onmiskenbaar deel uit van de Haagse kunstwereld, onder meer als docent aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunst van 1958 tot 1978 en als actief lid van schilderkundig genootschap Pulchri Studio.
Bovendien was Herman Berserik werkzaam als illustrator. Berserik maakte honderden pocketomslagen voor Salamander en Ooievaar. Om een interview gehouden door mijn vader Ton Knoester aan te halen in 2001, Berserik moest in een periode hard “buffelen”, er moest brood op de plank komen, Zo had hij 350 plaatjes gemaakt voor de kinderserie Daantje. Sommige kinderen dachten na verloop van tijd dat Berserik zelf Daantje was vertelde hij.
Hij maakte reizen naar Noord-Afrika, Syrië en Libanon. Hij laat een rijke collectie schilderijen na: Berseriks liefde voor licht en water is te herkennen in zijn werk in de Vorm van schepen, Bruggen, sluizen. Verder schilderde hij Landschappen, Stillevens, wielrenners, poppen, Speelgoed en flessen, zelfportretten en stadsgezichten.
Het zijn vaak vrolijke voorstellingen met humor, ook vaak een beetje ondeugend, met poëzie en soms een vleugje surrealisme.
Berserik Verkreeg o.m. de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst in 1948 en 1949, Jacob Maris materiaalprijs in 1950, de David Roëllprijs in 1951, Jacob Marisprijs voor de grafiek in 1952 en 1960, Jacob Hartogprijs in 1963 en Jacob Hartog oeuvreprijs in 2000.
Zijn werk is onder andere te vinden in het Haags Gemeentemuseum, het Museum voor Communicatie (Postmuseum) in Den Haag en de Rijkscollectie.
Bovendien was Herman Berserik werkzaam als illustrator. Berserik maakte honderden pocketomslagen voor Salamander en Ooievaar. Om een interview gehouden door mijn vader Ton Knoester aan te halen in 2001, Berserik moest in een periode hard “buffelen”, er moest brood op de plank komen, Zo had hij 350 plaatjes gemaakt voor de kinderserie Daantje. Sommige kinderen dachten na verloop van tijd dat Berserik zelf Daantje was vertelde hij.
Hij maakte reizen naar Noord-Afrika, Syrië en Libanon. Hij laat een rijke collectie schilderijen na: Berseriks liefde voor licht en water is te herkennen in zijn werk in de Vorm van schepen, Bruggen, sluizen. Verder schilderde hij Landschappen, Stillevens, wielrenners, poppen, Speelgoed en flessen, zelfportretten en stadsgezichten.
Het zijn vaak vrolijke voorstellingen met humor, ook vaak een beetje ondeugend, met poëzie en soms een vleugje surrealisme.
Berserik Verkreeg o.m. de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst in 1948 en 1949, Jacob Maris materiaalprijs in 1950, de David Roëllprijs in 1951, Jacob Marisprijs voor de grafiek in 1952 en 1960, Jacob Hartogprijs in 1963 en Jacob Hartog oeuvreprijs in 2000.
Zijn werk is onder andere te vinden in het Haags Gemeentemuseum, het Museum voor Communicatie (Postmuseum) in Den Haag en de Rijkscollectie.
